Deel C. Jezus, gnosis, Maria Magdalena, apokriefen (21-31)


Prijs: € 35,00 

  1. Een spectaculaire vondst: Nag Hammadi
  2. Wat weten we van Jezus?
  3. Wie was Jezus?
  4. Het oudste Christendom
  5. Het mysterie van het Koninkrijk
  6. Zelfkennis en Bruidsvertrek
  1. Geheimenissen van het Kindschap
  2. Gnostische Scheppingsmythe
  3. Lichtwereld, Duisternis en de Mens
  4. Maria Magdalena
  5. De ‘Geheime’ Geschriften: Apokriefen

Op de grens tussen Oost en West wordt Jezus van Nazareth geboren. In het vroegste christendom zag men hem als een profeet en wijsheidsleraar. Was deze ‘Zoon des Mensen’ ook de ‘Zoon van God’? We maken kennis met het vroegste, deels onbekende, christendom, het zogenaamde joodse of judese christendom. Daar leefden heel andere opvattingen over Jezus dan de latere theologie in dogma’s en leergezag heeft vastgelegd. Deze Jeruzalemse gemeente werd geleid door een broer van Jezus, Jacobus de Rechtvaardige. Door de jongste ontdekkingen en inzichten wordt ook de historische Jezus steeds zichtbaarder.

Maria Magdalena was de belangrijkste apostel, lezen we in oude geschriften. Zij was een ingewijde en de gezellin van Jezus. Petrus was haar (daarom) nogal vijandig gezind. Maria Magdalena is in de kerkelijke geschiedenis groot onrecht aangedaan door haar als hoer af te schilderen. Aan de hand van veel oude (recent ontdekte) bronnen komen we tot een eerherstel van deze grote vrouw die een niet te onderschatten invloed heeft gehad op de geschiedenis van het vroegste christendom.

Alhoewel de gnostiek vaak als een tweede-eeuws verschijnsel wordt gezien, vinden we haar wortels al in de eerste eeuw. Naast de pre-orthodoxie is het de belangrijkste en omvangrijkste stroming in het jonge christendom. Mede dankzij de ontdekking van de Nag Hammadi-geschriften zijn we over deze levensader beter geïnformeerd.

De gnostiek wordt aan het eind van de tweede eeuw steeds meer als een dwaalleer afgeschilderd. Er ontwikkelt zich allengs een richtingenstrijd. Kerkvaders schrijven lijvige boekwerken tegen de opvattingen van de ‘ketterse’ gnostici. Maar wat wil ‘gnosis’ nu eigenlijk zeggen? Ruime aandacht ook voor de spectaculaire vondst van de Nag Hammadi-geschriften.

Het is weinig bekend dat er ooit een bloeiende gnostische wereldkerk heeft bestaan, waarvan zelfs Augustinus nog toehoorder is geweest. Het was de profeet Mani die aan het begin van deze beweging stond. Deze gnostische traditie kende eigen overleveringen. Maar er was nog veel meer boeiende christelijke literatuur in omloop voordat deze tot verboden bezit werd verklaard. In de zogenaamde apocriefe geschriften vinden we boeiende verhalen over apostelen, openbaringen en intieme leringen die gretig werden opgezogen door vroege christenen.